Heves megyei aprónyomtatványok 19/E
BUKKGEBERGTE Szilvásvárad - vallei van Tótfalu - burcht van Cerenna (Gerenna vár) - Huta-rét - Hármas-kút - Bánkút - Bálvány (956m) Vanaf de haarspeldbochten aan de vallei van Tótfalu verschijnt één van de mooiste panoramas van hét nationaal park Bükk. Migranten uit Slovakije probeerden als eersten in de Vallei van Tótfalu en de Bükk hoogvlakte de glasindustrie. Hieraan herinnerd tevens de naam Huta-rét waar meerdere gieterijen (huta) functioneerden. In de eerste plaats goot men er glas en ijzer tot het einde van de negentiende eeuw. Bij sommige gezinnen vindt men nog steeds het toendertijd gegoten maatglas waaruit de pálinka werd gedronken. Makettes van de gieterijen zijn te zien in het bos openlucht museum in de Szalajka vallei. Bij de ambachten van de Bükk moet men onvoorwaardelijk de kool- en kalkbranders, waarvan de tradities nog steeds te herkennen zijn. De kunst van het kalkbranden is ongetwijfeld door de cysterciten ten tijde van Béla de vierde uit Frankrijk overgebracht. De naam Hármas-kút (drier-bron) dankt hij aan de drie bronnen die hier ontspringen, en die in een reservoir samenvloeien. Bánkút is een belangrijk Wintersport centrum met zeven skibanen, drie Skiliften en verlichting. Vanuit Bánkút is de top van de 956m hoge Bálvány in een kwartierte bereiken. Vanaf de 18 meter hoge Petofi-uitkijktoren heeft men een schitterend panorama. De Bükk hoogvlakte is uniek in Hongarije, daar het op 900 hoogte op een aanéénsluitend gebied van 20 kilometer ligt. Szilvásvárad - Panorama Kalapati (Kalapati kilátóhely) - Olasz kapu (italiaanse poort) - Nagymező' - Jávor bron (Jávor-kút) - Lillafüred Het Nationaal Park Bükk werd als eerste met een netwerk van fietspaden doorkruist. Wij tonen een route die het park van west naar oost doorkruist en zo wellicht het meeste toon gedurende de dagtocht van zijn natuurlijke schatten. Vertrekkend vanaf de fietsverhuur in Szilvásvárad (358m) fietst men längs de oude kastanje bomen in de Szalajka vallei. Na een kilometer gaat men naar links de Tótfalusi vallei in een steeds steiler wordend bospad op. De eerste rustplaats is het panorama Kalapati (5 km) waar men een schitterend uitzicht heeft op de Kékes, de hoogste berg van het land, en de dorpen er om heen. Voor de juiste orientering helpt een relief plattegrond, vanwaar goed de Szalajka vallei en de oude steengroeve aan de Istálló rots te zien zijn. In noordelijke richting kan men bij mooi helder weer de toppen van de Tatra zien. Verder stijgend komt men na 8 kilometer aan de west zijde van de Bükk hoogvlakte. bij de Olasz kapu. De Bükk hoogvlakte ligt op 8-900 meter bőven zeeniveau, heeft een oppervlakte van circa 20 Vierkante kilométeren isgeheel voor hetverkeerafgesloten. Men kan hier in een schitterende omgeving in een kristalzuivere lucht fietsen. In zijn natuurlijke omveging kan bij Nagymező de Lipizer paarden worden bekeken bij het grazen. Verder naar beneden gaand, voorbij aan de jávor bron, körnen we via vele haarspeldbochten in de Caradna vallei. Voorbijgaand aan het boswachtershutje, kruist men het spoorbaantje en maakt een bocht naar rechts. Nog even fietsen en men eindigt aan het eindpunt van deze 32 km lange tocht, in Lillafüred, waar men een uitzicht heeft over het Hámori meer en het Palota Hotel. De Fietsclub Szilvásvárad wenst iedere fietser een zonnige dag en veel ontspanning toe. Geetailleerde informatie over fietstochten, fietskaarten krijgt men bij de fietsverhuur in Szilvásvárad (tel.:60/352-695).