Heves megyei aprónyomtatványok 19/E
EGER Eger-vár - Vécsey dal (Vécsey-völgy) - Bajusz berg (Bajuszhegy) Nagy Eged - Bikk-bérc - Várkút - Felsőtárkány Aangekomen aan de voet van de Kis Eged vinden we een klein kunstmatig stuwmeer. Hier ziet men een wijngaard, welk de hoogst gelegen wijngaard van Hongarije is. De toeristische route loopt längs de wijngaard, steil omhoog naar de top van de Nagy Eged. De körte maar steile klim stell de toeristen op de proef, maar het panorama is de moeite zeker waard. De berg Eged met haar zo apart vorm - 's zomers sierend in duizend kleuren groen, in de herfst versierd in bronstinten, en 's winters in een verblindend Witte sneeuwkap - zou hetsymbool van Eger kunnen zijn. Deze in stilte omgeven bezienswaardigheid van Eger. Volgens de legende heeft de berg zijn naam te danken aan de kluizenaar St. Egedius, die ten tijde van István de eerste hier woonde en de meeste tijd verbracht met religieuze meditatie. Vanuit de Nagy Eged kan men makkelijk via de bergkam in Bikk-bérc komén, waar een jagershut Staat. Aan het eind van de excursie komt men bij het toeristenhuis van Várkút. Vanuit Várkút, in noordelijke richting is het tussen de bergen in het dal gelegen dorp Felsőtárkány te bereiken. De bijzonderheid van het dorp is de beschermde bloemsoort de zogenaamde 'Heilige Maagd pantoffel', die vroeger in grote gefallen aan de dorpsgrens te vinden was. Het is een slanke pantoffelachtige bloem, die inmiddels het symbool van Felsőtárkány geworden is, en in het wapen is terug te vinden. Eger - Egerszalók - Verpelét - Tarnaszentmária - Sírok - Eger Aan de rand van Egerszalúk, in een volledig natuurlijke omgeving, ontspringt een warmwater bron, wiens heilzame water wordt aanbevolen voor mensen met gewrichtsklachten. Het is een oogstrelend aanzicht; het water aan de rand van de heuvel, de door zoutafzettingen ontstane terrassen, het landschap dat in de nevel verdwijnt. De gemeente Verpelét, welk vanwege de wijn en tabakverbouw reeds in de achttiende eeuw een rijk dorp was, ligt in de vallei van de Tama beek. De plaatselijke bevolking wenst de aandacht van de bezoekende toeristen te wijzen op de beroemde smederij, welk eeuwenoude, uitstervendeambachtelijkereliquies herbergt. Reeds ten tijde van koning Mátyás (1458-1490) werd hier gewerkt. Naar men zegt heeft zelfs de rechtsgezinde koning hier zijn paard laten beslaan. Even ten noorden van Verpélet ligt Tarnaszentmária welk een andere geschiedkundige tijdperk aanhaalt. De geschiedenis van de hier aanwezige romaanse kerk begint men nu te ontrafelen. Het is in de eerste helft van de elfde eeuw gebouwd, waarschijnlijk toe er vele slagén werden gestreden om de kroon van István I., en wanneer oude tegenstellingen tussen heidenen en christenen hoogopvlamden. De versieringen in destutten van het schip bewijzen dat de Christelijke boodschap uit het Oosten hier was aangekomen. Tegelijkertijd is de invloed van de smeedkunst van de steppenvolken en de bouwkunst van de Kaukasus te herkennen, hetgeen bewijst dat de ambachtslieden van het volk van Árpád hun tradities bewaarden. Deze kerk, die de atmosfeer van vroegere tijden bewaart, is volgens de huidige kennis de oudste, in gerestaureerd Staat functionerende kerk van Hongarije.